Conversatie


Alles wat een ander zegt beschouwen wij als grondeloze wartaal. Iemand hoeft zijn mond maar open te doen en wij verwachten niet anders dan een irrelevant gebazel - alleen dán niet helemaal onbegrijpelijk, als we maar diep genoeg willen afdalen in zijn niet ter zake dienende mentale roerselen. En hij beschouwt óns zo. (Lord Wainwright-Bechamel, 1966)