Geloven in Gouda (23)


Rokersgeloof
.

In iedere teug adem die je binnenhaalt zit nog minstens één molecuul van de adem die Caesar uitblies toen hij zijn laatste woorden sprak: Jij ook mijn kind? Zo vergaat het de roker en zijn geloof, dat geen verkondiging behoeft maar van mond tot mond wordt verspreid, zonder te spreken. Een vurig geloof dat zoiets onzichtbaars als levensadem in een oogwenk zichtbaar maakt. Een steeds terugkerend kort herrijzen uit de as. Overmoed als merk, een brandend geluk dat het lichaam langzaam verteert. Een mysterie, een smeulende zonde langszij, zieleaanspraak, aangelijnd, een geur die behekst. Een lichtvoetige hoop die kringelt rond de gedachte dat het leven vergeten heet. Tot er weer eens iemand sterft die het logenstraft. Een liefde vooralsnog onontkoombaar, als dromen, een geloof dat opgaat in rook. Onverbeterlijk gedrag, waar we heengaan in gedachten, waar we uithangen, waar het mag.