Havendag


onze hond heet roefje
met zijn waterige ogen
en zwabberende staart
bewaakt hij de stuurhut

roefje naar de scheepshond
van de zeevaarder van wie
ik de naam kwijt ben
die altijd binnen bleef

bang om het dek te betreden
de hond bedoel ik
de zeevaarder sloeg
overboord in het kattengat