Een haarfijn duister filigrijn op een verschoten fond van rafelig naar paars toe neigend lichtfluweel. Een weefsel dat verzacht tot bijna-spinrag draadjes spreidt als takjes aan een boom of struik. De weefkunst van secuur en winters knutselen met dunne schaartjes. Ons plaksel blijkt niet goed in staat om het vilein gevorkte spel van lijntjes vast en platter op papier te krijgen. Een ruwer kleuraccent priemt van opzij naar alle smalle adertjes die in hun wirwar ruimte zoeken bij elkaar en strijden om een vrije plaats. Wat zacht bewogen gaas van twijgen, wat bladstil bladerloos struweel, wat vierkant vel.
reacties op dit artikel
#1 | 25-02-08 | tegeltjes alsof een Castro zegt, ''het is niet mijn broer''
Waarom geen pseudoniem?voor dit anoniem
wat of misschien een extra belegen tenenkaas suggereert?