| toon 1 reactie
In april 1942 onderzoekt een door Hitler, Himmler en Goering goedgekeurde expeditie op het Baltische eiland Rügen met behulp van de meest volmaakte radartoestellen uit die tijd, het mystieke, intuïtieve wereldbeeld van Bender. Volgens Bender is de aarde een bol van dezelfde afmeting als in de orthodoxe aardrijkskunde, maar zij is hol en het leven zit, door de werking van bepaalde zonnestraling tegen de binnenkant geplakt. Daarbuiten is alles oneindig gesteente. De inwendige luchtlaag is zestig kilometer dik en wordt dan steeds ijler tot het volkomen luchtledige in het centrum, waar zich drie lichamen bevinden: de zon, de maan en het schijnheelal. Dit schijnheelal is een bol blauwachtig gas, waarin lichtpuntjes schitteren, die de astronomen sterren noemen. ( ) In dezelfde tijd zijn veel nazileiders overtuigd van een ander, mystiek, intuïtief wereldbeeld, dat lijnrecht tegenover het wereldbeeld van Bender staat namelijk dat van Horbiger. Horbiger geloofde in de leer van de holle aarde. De aarde zou zich weliswaar als een bol in de oneindige ruimte bevinden, maar zou hol zijn. Omdat alles op onze wereld hol is, zoals beenderen, haren, plantstelen, etc., moeten de hemellichamen het ook zijn. De aarde zou meerdere concentrische bollen bevatten die allen bij de polen openingen bevatten waardoor de mensen, als mieren, kunnen bewegen van de binnen-, naar de buitenkant, en omgekeerd. Natuurlijk werd aangevoeld dat de wereldbeelden van Bender en van Horbiger tegengesteld waren. De tussenkomst van Hitler werd daarom ingeroepen. Het antwoord is wel het overdenken waard: ‘Wij hebben helemaal geen samenhangende opvatting van de wereld nodig. Ze kunnen gelijk hebben de een zowel als de ander.’ Wat telt, dat zijn niet de samenhang en de eenheid van opvatting, het is de vernietiging der systemen die uit de logica, de redelijke wijze van denken zijn voortgekomen, het is het mystieke dynamisme en de explosieve kracht van de intuïtie.