Geduld


Abstract wordt iets al gauw zodra er de oppervlakte van wordt afgetrokken. Neem mij nou, lekker eenvoudig zwart-wit gestreept ding, concreter kan niet zou je zeggen. Wat wil een mens in deze situatie nou ook nog méér dan concrete duidelijkheid? Maar het concrete is kennelijk niet genoeg. Ja, wél voor de ogen en haar luxe, lichte filosofie, maar niet voor de handen, die dagelijks in het duister tasten, en doorgaans het vuile werk opknappen. In de concrete wereld zijn het niet de ogen maar de handen die ongezien doch doelbewust naar abstracties streven. Neem bijvoorbeeld een knop als deze. Elk paar ogen, hem ziende, ontkomt niet aan de suggestie dat die knop iets aan de wachttijd bij de oversteekplaats verandert. Wie drukt komt weldra aan de beurt, heel concreet. Maar terwijl de ogen vol vertrouwen rustig achter wallen afwachten op het licht, dat van rood naar groen zal verspringen, gaan de handen koortsachtig op zoek naar verkorting van het moment, en spelen hun eigen, verstrooide spel met de tijd. Gewapend met wat toevallig ook in bezit is beginnen ze mij te stropen, met een sleutel, een muntstuk, een schoolmes, met het ijzer van de fiets, ja zelfs met de blote nagels gaan ze mijn huid te lijf. Om welke diepere waarheid, vraag ik mij af? Terwijl ik langzaam transparant word van het slijten en schuren, zodat ik de kleur van het asfalt begin aan te nemen en onstoffelijk word, maan ik tot kalmte. V, zeg ik; vrede allen die hier wachten voor het welzijn van uw naasten én uzelf. Geduld. Of het concreet helpt of abstract, we wachten af.