Je hebt te gaan


Als je er bij stilstaat, en even afziet van de voortjakkerende rede, zie je gemakkelijk in dat alles één is, dat de hele wereld het brein is dat zich droomt in blonde getallen, ronde kristallen, in gloeiend gesteente, ijzer zonlicht, ademende waterkracht, in fluisterend riet, je voelend hart, het rood vanbinnen, de snaar die alles weeft. Maar wat dat betekent, de simpele gedachte dat alles in wezen van dezelfde stof is gemaakt, dat zal een leven lang iets voor beginners zijn om te overdenken. Je zou voor de rest van je leven op zo’n licht, roerloos moment willen kunnen blijven staan, en de hele ladder van de tijd van boven naar beneden aftasten, trede voor trede omhoog of omlaag, om het even, want begin en einde zijn daar. Omdat, desalniettemin, het ene niet voldoet, en tegenwerpingen keer op keer je gezicht in stukken slaan, blijft in je geest de grens zich bewegen, en heb je te gaan.