| toon 1 reactie
De spaarkunstenaar op weg naar zijn forensentrein om elders eredaden te verrichten. Hem deert geen koude. Werken van naam horen in metropolen thuis, zegt hij, plaatselijk spul past in een hoekje, alkoof of zolder bij Die Goude. Déjà vu van doctor Jan. Welk doekje mag naar de veiling, wat past in het begrotingskoffertje. Komt Daphne, de muze, voldoende aan haar gerief. Zo goed meester James?