| toon 1 reactie
‘Sinds de opkomst van Wilders wordt zoveel gezegd over 'Vrijheid van meningsuiting' (Vrijvanmenuit). Iedereen moet en mag alles kunnen zeggen, en dat doen we dan ook massaal. Met mijn verschijnen in het openbaar ben ik daar inmiddels ook achter. Mijn leven lang (67 jaar) word ik al nagewezen en uitgelachen. Dat recht heeft men, ‘Vrijvanmenuit’. Maar bestaat er nog zoiets als fatsoen? Ha ha mevrouw, fatsoen!? We mogen toch alles zeggen!? We hebben toch ‘Vrijvanmenuit’. Zo breng je domme mensen dus niets bij. Wat kwetsen is begrijpen ze niet. En de kinderen denken ah, zo hoort het, dus doen wij het ook. Zo plaatsen ze zich op een voetstuk en schelden je uit. Maar ‘Vrijvanmenuit’ hoort naar mijn idee thuis in de politiek, op je werk, waar je voor je mening of jezelf moet kunnen opkomen. ‘Vrijvanmenuit’ is er niet voor om mensen op straat na te wijzen en uit te lachen. Overkomt het je toch dan moet jij zo verstandig zijn er niet op in te gaan. Doen of je het niet hebt gehoort of gemerkt. Laat het langs je heen glijden, en loop door. Wees sterk. ‘Vrijvanmenuit’, het zal me wat!’