Leden van de compositie (2)


De leden hebben zich als bladerdeeg, als broodkorst laten roosteren met licht. Hun leden afgelegd omwille van een glad beslag. De leden hebben zich als huid van lekkernij om warme vruchtgelei gelegd, hun pasvorm aangevuurd tot in de puntjes. De leden treden nu van goud uit bakkerslucht naar voren, als vloeibaar staal, vergoten naar hun vleselijk model. De leden - blij met ieder korstje - lijven haar uit eieren en meel gestolde compositie dankbaar in.