Tot de gelofte


Liefde verwaait in de storm van verlangen. Hartstocht verrukt de min, verrukkelijk verneukt, van haar foliumzuur glucosaminesupplement. Genegen verkoolt ze in het vuur van haar drift. Haar eeuwige trouw, haar lange leven (sadem, swandel, slied) tolt om in kolkend sap van begeerte - voor al uw fijne was. Lust moordt vertrouwen, smoort vriendschap, breekt (op, kop, knop). Onstuimig holt zij richting verdriet. Stuimig tuimelt, knakt haar roos.