De functionele wereld verlangt van de erfgenaam van het almachtige kunnen, de kunst, dat zij gelukt, dat zij iets waard is, dat zij zin heeft. Dit verlangen wordt echter beschaamd want de kunst is niet in staat de functionele realiteit te bereiken. En de spanning tussen de kunst en wat de functionele wereld van haar verlangt wordt precair wanneer de kunst, zonder te esthetiseren, opkomt voor de emancipatie van die mislukking, wanneer de kunst de pleitbezorger van het onzinnige, zinloze, grondeloze bestaan wordt, wanneer de kunst het probleem, en altijd wéér het probleem stelt, en nimmer de oplossing. We kunnen daarom vraagtekens zetten bij de waardering die de democratische overheid toekent aan de moderne kunst. Wil die overheid daarmee het concept van de individualiteit onderstrepen, en in stand houden? Als kunst de mythe van het unieke zelf niet meer zou onderbouwen, als allen gelijk waren in de kunst van het niet bestaan, als de kunst zich uit het perspectief van de renaissance zou weten weg te draaien, als... Als we erbij zouden gaan liggen?