| toon 1 reactie
Hier was het destijds. Hier op dit stuk weg, de bomen stonden er nog. Hier was het ongeveer, waar die auto rijdt, dat ik als jongeman, naast een collega in de auto onderweg naar het werk, plotseling uitriep ‘ik ben hier niet!‘. Ja, hier was het. Ik herinner het mij goed mijn plotselinge roep, uit het niets opkomend, als een bevrijdingskreet, de vrolijke, verraste blik van meneer Homes achter het stuur, en zijn reactie; ‘zo, maar waar ben je dan wel?’ Ik was daar, vrijgemaakt in een onvoorstelbare bewustzijnsruimte, in de zekerheid dat dit moment boven alle voorafgaande momenten was gevrijwaard van instromende, voorbijgaande gedachten. Ik wist niet hoe ik het zeggen kon, ieder woord daarover moest wel een vooroordeel oproepen. Over een figuurlijke afgrond moest ik mijn ontkenning schreeuwen om aan te kunnen geven dat ik daar aangekomen was. Het was misschien niet voor het eerst dat ik het vrijgemaakte moment herkende, maar zeker één van de eerste keren dat ik erover probeerde te spreken met iemand. Ik weet thans dat zulks onmogelijk is, tenzij de ander erover begint. Je neemt een schep uit het water, maar je maakt in het water geen kuil. Het water neemt onmiddellijk de vrijgekomen leegte weer in.