Beneden


Waagt men het eens naar binnen te kijken, wellicht verbonden met een energieke poging tot een zeldzame eerlijkheid op z’n minst tegenover zichzelf, dan kan men wel eens een vermoeden krijgen van behoeften, verlangens, angsten, van iets weerzinwekkends en duisters. Onze zin verzet zich daartegen, het leven echter wil daarheen naar beneden stromen. Ons lot bewaart ons wellicht hiervoor, omdat men ertoe bestemd is een onwrikbare, dragende zuil van een bouwwerk te worden. De daimon echter stort ons naar beneden, en maakt ons verraders van al onze huidige idealen en beste overtuigingen, ja, van onszelf, zoals wij onszelf meenden te kennen. Dit is een catastrofe zonder weerga, want het is een ongewild offer. De dingen verlopen echter anders, wanneer dit offer vrijwillig wordt gebracht. Dan betekent het niet een revolutie, een ‘herwaardering van alle waarden’, de verwoesting van alles wat ooit heilig was, maar een transformatie en een behoud. (Carl Gustav Jung, 1912/1925/1952)